Castratie en sterilisatie

Castratie

De reu

Agressief en dominant gedrag of vervelende gewoonten zoals weglopen, markeren of mensen en voorwerpen berijden, zijn valabele redenen om een reu te laten castreren. Ook bij voorhuidsontsteking, prostaatvergroting, prostaatontsteking en de nabijheid van intacte teven, kan castratie de oplossing bieden.

Een nadeel van castratie is wel dat reuen na de ingreep doorgaans rustiger worden en tengevolge daarvan in gewicht kunnen toenemen. Enkele van bij het begin toegepaste dieetmaatregelen volstaan echter al om het gewicht goed in de hand te houden.

Bij teven is gewichtstoename na sterilisatie minder uitgesproken maar dient eveneens met aandacht opgevolgd te worden.

De kater

De voordelen van castratie zijn:

  • minder kans op sproeien of plassen in huis
  • minder sterke urinegeur
  • minder zwerfdrang
  • minder zwerfdrang betekent minder contact en bijgevolg minder kans op vechten met andere katten
  • geen ongewenste kittens.

Het enige nadeel is dat de kater dikker kan worden, maar dit kan voorkomen worden door de combinatie van aangepaste voeding met het stimuleren van beweging (vb voederpuzzels en spel).

De kater is geslachtsrijp op de leeftijd van 6-7 maanden. Wij adviseren de kater te laten castreren vóór het tevoorschijn komen van de puberteit, dus ten laatste op de leeftijd van 6 maanden.


Sterilisatie

De term ‘sterilisatie’ betekent onvruchtbaar maken door onderbreking van de eileiders of zaadleiders. In de praktijk  nemen we zowel bij teven als bij kattinnen de eierstokken volledig weg, wat de facto overeenkomt met 'castratie’. De term 'sterilisatie' is dus technisch gesproken niet correct maar blijft in de volksmond toch gebruikelijk.

Als we de eierstokken niet zouden wegnemen worden kattinnen en teven wel onvruchtbaar, maar kunnen ze nog steeds krols/loops worden. In principe echter wenst iedere eigenaar die om sterilisatie vraagt, tevens ook de lastige periode van krolsheid/loopsheid te beteugelen. Dit lukt enkel als  de eierstokken verwijderd zijn.

Een andere heel belangrijke drijfveer om de eierstokken weg te nemen zien we in een aanzienlijke daling van de ontwikkelingskans op kanker van de melkklieren. Die kans wordt nagenoeg gelijk aan nul indien de sterilisatie op jonge leeftijd plaatsvindt.

De teef

Gemiddeld rond de leeftijd van 9 maanden zal uw teefje voor het eerst loops worden. 

Overweegt u te fokken met uw hond, bereidt u dan grondig voor aan de hand van deugdelijke informatie. Een nestje kan een prachtige ervaring zijn maar wees u ervan bewust dat er ook heel veel zaken kunnen mislopen, zowel met de moeder als met de puppy’s! Best laat u zich deskundig bijstaan door uw dierenarts, fokker en/of rasvereniging. De wetgeving terzake vindt u op het volgend adres https://www.vlaanderen.be/honden-en-katten-kweken

Hebt u evenwel geen fokplannen, dan heeft u de keuze uw teef al dan niet te laten steriliseren. Zoals hoger reeds toegelicht worden bij deze ingreep steeds de eierstokken weggenomen (ovariëctomie). Het dier is dan beschermd tegen ongewenste dekking en kan bovendien niet meer loops worden. De teef is dan niet langer aantrekkelijk meer voor opdringerige reuen en zal geen last meer hebben van bloedverlies. Vooral in de eerste helft van de periode van loopsheid verliest de teef nogal wat bloed.

Medische voordelen van de sterilisatie

Vanuit medisch oogpunt is de afname van het risico op baarmoederontstekingen en melkkliertumoren vergeleken met intacte teven het belangrijkste motief voor het wegnemen van de ovaria bij de teef. De beschermende werking tegen melkkliertumoren is een argument om al vaak op jonge leeftijd de operatie uit te voeren.

Tegenover de onmiskenbare praktische en medische voordelen gooien recente studies toch wat roet in het eten. Daarbij werd aangetoond dat gewrichtsproblemen en een wildgroei (neoplasieën) van bepaalde niet-geslachtscellen, al dan niet goedaardig, vaker kunnen voorkomen bij honden na verwijderen van geslachtsorganen. Dit blijkt vooral het geval te zijn bij dieren die op jonge leeftijd, nog voór hun puberteit, geopereerd werden.

De risico's variëren van ras tot ras. Voor vele rassen wegen de voordelen zwaarder dan de nadelen, voor vele andere niet. Een systematisch pleidooi voor sterilisatie is bijgevolg niet correct. Een advies terzake is steeds op maat van het dier.

Nadelen van de sterilisatie

Andere nadelen verbonden aan sterilisatie, zijn niet onoverkomelijk en wegen niet op tegen de voordelen:

  • Het gedeeltelijk wegvallen van hormonale invloeden brengt een geringe wijziging van de stofwisseling met zich mee. Als het dieet van vóór de sterilisatie gehandhaafd wordt, zal het dier te zwaar  worden. Dit probleem wordt opgelost door na de operatie het dagrantsoen met ¼ te verminderen. Een andere optie is de samenstelling van de voeding zodanig aan te passen dat de hond evenveel mag blijven eten als voorheen terwijl toch het aantal ingenomen calorieën gereduceerd wordt.

  • Bij sommige grote hondenrassen bestaat de kans dat ze –  meestal jaren na de operatie – gedeeltelijk controle verliezen over de sluitspier van de blaas. In liggende houding kunnen ze dan ongemerkt urine verliezen. Dit risico weegt echter niet op tegen de veel grotere kans op baarmoederontsteking of melkkliertumoren bij een niet gesteriliseerde teef. Bovendien zijn er medicijnen beschikbaar om urineverlies in te dijken.

  • Een gedragsverandering na sterilisatie is doorgaans nauwelijks of niet merkbaar. Bij van nature angstige honden is wel enige terughoudendheid op zijn plaats omdat die soms nog angstiger kunnen worden.


Castratie en sterilisatie
menu

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x